Tussen 1982 en 1987 had de verzekeringsmaatschappij Assubel onrechtmatig meer dan 125 miljoen euro van zijn "leven" filiaal naar zijn "ongevallen en verwondingen" tak overgeheveld. Assubel levensverzekerden eisen bijgevolgd een corresponderende vergoeding, vermits een deel van de winst van de "leven" tak hun contractueel gewaarborgd was.

Geschil tussen de voormalige minderheidsaandeelhouders van Electrabel Suez na het openbaar overnamebod (squeeze-out) door deze laatste in juli 2007.

Een groep minderheidsaandeelhouders van de Nationale Bank van België (naamloze vennootschap genoteerd op Euronext) vecht de verdeling van de gerealiseerde meerwaarden op de goud reserves van deze laatste, ten nadele van de vennootschap en ten gunste van de Belgische staat.

Een aantal minderheidsaandeelhouders van Ubizen (een IT spin-off van de Katholieke Universiteit Leuven) eisen een bijkomende vergoeding voor de squeeze-out door de huidige meerderheidsaandeelhouder, Verizon (vroeger Cybertrust).

Eind september 2008 werd de internationale bank-en verzekeringsconcern Fortis als eerste in Europa gered door overheidsingrijpen, na een lange neerwaartse spiraal die zijn koers van circa € 30 tot € 5 deed kelderen. Naar aanleiding van deze interventie kocht BNP Paribas de Belgische bankpoot (Fortis Bank, nu BNP Paribas Fortis) voor een prikje, terwijl de Nederlandse overheid de bank ABN Amro overnam, die Fortis net had aangekocht. Deze ontmanteling heeft een zuivere verzekeringengroep nagelaten (die zijn naam inmiddels heeft veranderd in "Ageas"). De beurskoers tuimelde naar 0,80 €. De collectieve vordering van het Arnauts kantoor beoogt de beursschade te recupereren, die meer dans 1300 investeerders en aandeelhouders hebben geleden in 2007 en 2008, door middel van civiel-en strafrechtelijke procedures in België en wanneer nodig Nederland.

De Belgische bank KBC heeft in 2006-2007 complexe financiële producten van het "synthetische" CDO type (collateralized debt obligations), gelieerd aan subprimes, op de markt gebracht, terwijl die niet geschikt waren voor niet-institutionele beleggers (o.a. KMO's) en niet adequaat werden beschreven.

KBC Groep en KBC Ifima (twee dochterondernemingen van de Belgische bank KBC) hebben in 2008 gestructureerde obligaties uitgegeven van het "first to default" type, die gekoppeld waren aan een mandje staatsobligaties (België, Italië, Frankrijk, Griekenland en Spanje). In plaats van het risico te spreiden, werd het echter vervijfvoudigd vermits  de modaliteiten van deze obligaties inhielden dat een default van één van de referentielanden vervroegde terugbetaling van de obligaties inhield, aan de (zeer lage) waarde van de overeenkomende staatsobligaties. Bij de Griekse default heeft KBC heeft als "commercieel gebaar" de obligaties terugbetaald ten belopen van ongeveer 80% (in plaats van 25%), maar Investor Protection (www.investorprotection.be), die bijna 200 obligatiehouders vertegenwoordigt, beoogt het saldo van de geleden schade te recupereren.